Tijd voor verjonging en een frisse geest


Bestuurslid Fien Heeringa houdt volgens eigen zeggen niet zo van in de schijnwerpers te staan. Omdat ze na veertien jaar vertrekt bij Waterschap Hunze en Aa’s en daarmee ook uit de Bestuurlijke Adviescommissie van de Hunze, schijnen we toch een lichtje op deze gedreven bestuurder, die overal interesse voor heeft, altijd de samenwerking opzoekt en haar politieke bevlogenheid heeft geërfd van haar opa.

Wat is je functie bij het Waterschap?

“Ik ben sinds 2009 lid van het algemeen bestuur van het Waterschap en sinds 2016 van het dagelijks bestuur. Vanuit die functie zit ik in de Bestuurlijke Adviescommissie van de Hunze.”

Hoe ben je bij het Waterschap terecht gekomen?

“In 2009 was het de eerste keer dat er tijdens de waterschapsverkiezingen op een politieke partij gestemd kon worden. Ik ben al jaren lid van de PvdA. Bewust heb ik me op een niet verkiesbare plek laten zetten, omdat ik het druk genoeg had. Maar omdat ik de enige vrouw op de lijst was, kwam ik met voorkeursstemmen toch in het bestuur.”

Was je daarop voorbereid?

“Totaal niet. Ik wist niets van het waterschap. Ik moest heel snel aan de studie om me alles eigen te maken en dat is gelukt. Het waterschap heeft me vanaf de eerste dag geboeid. Daarnaast vind ik besturen bij een functionele overheid vele malen leuker dan bij een gemeente of provincie. Onderwerpen blijven daar zo abstract. Bij het Waterschap ben je veel meer betrokken en zie je hoe een besluit tot uitvoering komt en als je maar lang genoeg blijft, zie je ook de effecten van die uitvoering. Zoals bij de verschillende heringerichte gebieden in het Hunzedal.”

Wat heeft je al die jaren gedreven?

“Ik ben niet zo ambitieus, bij mij gebeurt alles per ongeluk.  Toen een fractiegenoot overleed, kwam ik in zijn plaats in het Dagelijks Bestuur. Ik vind het heel leuk om met meerdere partijen aan tafel te zitten en ondanks verschillende belangen, toch samen tot besluiten te komen. Het is veel vergaderen, maar je ziet daarna wel echt de vorderingen van je werk.”

Als je het zo leuk vindt, waarom stop je dan?

Ik heb me heel bewust niet verkiesbaar gesteld. Ik ben nu twee periodes lid van het Dagelijks Bestuur en vind dat het tijd is voor een frisse geest en een beetje verjonging. Dat is goed voor een organisatie... maar ik ga het Waterschap zeker missen.

Wat ga je doen zodra je gestopt bent?

Allereerst ga ik verhuizen, naar Westerbork. Dat betekent ook dat ik in mijn huidige woonomgeving, Drouwen, een groot aantal vrijwillige bestuurlijke functies, allemaal in het sociale domein, zal moeten neerleggen. Ik probeer daar nu anderen voor te interesseren. Er komen ongetwijfeld nieuwe uitdagingen op mijn pad. Het woord ’vervelen’ past niet bij mij.

Dat is nogal wat, waar komt die bevlogenheid vandaan?

“Die komt van mijn opa. Zijn lijfspreuk was altijd: ‘Je hebt pas rechten wanneer je aan je plichten hebt voldaan.’ Hij zat in de vakbondbeweging en ik had altijd mooie gesprekken met hem over politiek. Hij leerde me dat je altijd iets voor een ander kan doen. En dat heb ik ook altijd geprobeerd.”

Eind maart mocht je de Rob Faasenbokaal in ontvangst nemen, kan je daar iets meer over vertellen?

“Die bokaal wordt eens in de twee jaar gegeven aan organisaties die zich bezighouden met onderscheidende activiteiten op het gebied van waterkwaliteit en gewasbeschermingsmiddelen. Het Waterschap trok het project UPDA (Uitvoeringsprogramma Oppervlaktewaterwinning Drentsche Aa). Het doel was vermindering van gewasbeschermingsmiddelen in de Drentsche Aa, waarvan het water ook gebruikt wordt voor de drinkwatervoorziening. Het mooie van dit project was de samenwerking. Ik heb de bokaal niet alleen in ontvangst genomen, maar samen met bollenteler Gert Veninga. Bollentelers in het Drentsche Aa-gebied hebben echt hard meegewerkt aan het verbeteren van de waterkwaliteit. Zo zie je maar weer. Als je investeert in elkaar en elkaars vertrouwen wint, kan je heel ver komen.”

Een mooi afscheid, de ontvangst van die bokaal?

“Zeker, het is heel eervol en daarnaast ook leuk dat we zelf de volgende ontvanger mogen uitzoeken. Daar hebben we nu twee jaar de tijd voor.”

Tot slot, wat hoop je voor de toekomst?

“Voor het Hunzedal hoop ik dat alle projecten voor 2027 zijn uitgevoerd. De natuur zal nog wat langer de tijd nodig hebben om te herstellen, maar als de werkzaamheden in 2027 klaar zijn, ben ik heel blij.

Voor het waterschap hoop ik dat ze op dezelfde voet verder kunnen gaan als de afgelopen vier jaar. Dat betekent dat ze zich niet alleen beperken tot hun kerntaken, maar verder kijken naar wat water allemaal betekent voor de omgeving. We hebben de afgelopen jaren zo hard gewerkt aan natuur, biodiversiteit, waterkwaliteit en wateropslag. Het zou zonde zijn als een nieuw bestuur deze zaken zou laten schieten.

Maar, ik heb niet voor niets het stokje overgedragen. Ik heb mijn stem uitgebracht. En wacht nu af, net als iedereen.”