De winde weet de weg in de Hunze


De winde is een karperachtige vis die in de zomer en de winter in diep water verblijft en in het voorjaar stromend water opzoekt om te paaien. De Hunze is hier een perfecte beek voor. Door de windes te vangen en te voorzien van een zender, is het waterschap erachter gekomen dat sommige vissen al vijf jaar achter elkaar de Hunze bezoeken. De winde is zo een goede graadmeter voor vismigratie in het hele beekdal.

Trekroutes in beeld

Het waterschap heeft veel stuwen en gemalen passeerbaar gemaakt voor vis. Ze onderzoeken of dit werkt door de vissen te zenderen met een PIT-tag. In het voorjaar vangen onderzoekers met fuiken vissen in één van de beken. Een deel van de vangst krijgt een klein zendertje en kan daarna zijn weg vervolgen. Door ontvangers die in het gebied zijn opgesteld, komen de trekroutes van verschillende vissoorten in beeld en wordt duidelijk waar nog knelpunten liggen. Zo is bijvoorbeeld bij de ontvanger in Gieterveen de bereikbaarheid van de Hunze goed. De oudste vissen uit het onderzoek zijn in 2013 gemerkt. Drie daarvan komen jaarlijks nog terug naar de Hunze.

Winde maakt verre reizen

De windes zijn makkelijk te vangen en te zenderen in de kleine beken. Op open water is dat lastiger. Begin juli hebben sportvissers geholpen met het vangen van windes in het Eemskanaal in de buurt van Amsweer. Het is interessant om te zien in welke beekloopjes de gezenderde windes volgend jaar weer terugkomen. Ze maken lange reizen. Van Amsweer naar Gieterveen en terug is zeker 120 kilometer. Windes die naar de Drentsche Aa gaan, moeten zelfs dwars door de stad Groningen zwemmen.  Het blijft een wonder hoe deze dieren ieder jaar feilloos door onze wateren navigeren tot ze weer op precies dezelfde plek zijn als het jaar ervoor. Het is goed om te zien dat het herstel van de beek en het aanleggen van vistrappen een positief effect heeft.